Drie gebouwen, samen het belfort

Het Belfort in Aalst is eigenlijk niet één groot gebouw, maar drie verschillende gebouwen bij elkaar: de toren, het schepenhuis en het gebiedshuisje. De sierlijke belforttoren prijkt al bijna 20 jaar op de lijst van de Unesco werelderfgoedlijst en herbergt één van de oudste beiaarden van ons land.

De tettentoren

De neogotische cijfers van het uurwerk op de toren werden in 1964 vervangen door een wijzerplaat met halve bollen. De halve bollen deden de Aalstenaars denken aan een goedgevulde boezem, waardoor het belfort in de volksmond al snel de bijnaam 'den tettentoren’ kreeg.

Het oud schepenhuis is het oudste bewaarde schepenhuis van de Nederlanden. Op de voorgevel zie je vandaag nog steeds het opschrift ‘NEC SPE NEC METU’ (zonder hoop, noch vrees), de spreuk van Filips II die in 1555 graaf van Aalst was. 

Het gebiedshuisje was de plaats van waaruit de baljuw of stadhouder de wetten afkondigde voor het volk dat op de Grote Markt verzamelde. Maandelijks verzamelen hier op de eerste verdieping alle gemeenteraadsleden voor de gemeenteraadszitting.

Zelf een deuntje spelen op de beiaard

Het belfort opent de deuren voor het publiek! Ontdek er alle verborgen hoeken en kantjes tijdens een gegidste rondleiding. Ervaren Aalsterse stadsgidsen leiden je graag rond in dit monument dat door Unesco werd erkend als werelderfgoed. In het gebiedshuisje kan je zelf een deuntje spelen op de oude oefenbeiaard. Wil je zelf een deuntje spelen?

Ga de strijd aan met de 136 trappen

Wie zich een echte beiaardier wil wanen, bestijgt de 136 trappen van de belforttoren. De beloning? Een prachtig uitzicht op de stad en op de 52 verschillende beiaardklokken.

Voor deze klim is een goede fysieke conditie geen overbodige luxe.